Guatemala
24 oktober 2022 - Panajachel, Guatemala
Ruim twee weken geleden begon ik met een lichte chagrijn aan Guatemala. Mijn gloednieuwe e-reader had het spontaan begeven en tropische storm Julia veroorzaakte hevige regenbuien. Daarnaast was het ook even schakelen om na twee weken met mijn ouders weer alleen door te reizen. Gelukkig vond ik in Flores een zeer aangename eerste standplaats. Het centrum van deze stad is idyllisch gelegen op een eiland in het op een na grootste meer van Guatemala. Het eiland is bezaaid met straatjes met kinderkopjes, kleurige huizen en kleine pleintjes. Erg leuk vond ik de tochten op de bootjes naar de verschillende buitenwijken op het vasteland. In een van die buitenwijken trof ik een enorm winkelcentrum aan waar ze mijn e-reader konden repareren. Met inmiddels een stuk beter humeur kon ik mijn reis vervolgen richting de stad Antigua.
Helaas kwam tropische storm Julia langzaam dichterbij en daarmee het slechte weer. De busrit die normaal tien uur duurt, duurde door de onafgebroken regen nu vijftien uur. Onderweg zag ik modderstromen en rivieren die buiten hun oevers waren getreden. Eenmaal in het hostel in Antigua aangekomen, raadden ze mij aan de komende dagen in de buurt van het hostel te blijven. Ik besloot daarom van een nood een deugd te maken en die week een nieuwe cursus Spaans te volgen. Hiervoor was ik in Antigua aan het juiste adres, want men schijnt hier erg puur en goed verzorgd Spaans te spreken. De stad kent dan ook vele taalscholen en ik kon meteen aan mijn cursus beginnen.
Richting het eind van de week stopte de regen en brak langzaam de zon weer door. Voor het eerst kon ik de indrukwekkende koloniale architectuur in haar volle glorie bewonderen met op de achtergrond de imposante vulkanen die de stad omgeven. Ruim twee eeuwen lang was Antigua als hoofdstad van Guatemala de belangrijkste stad van Centraal-Amerika. De officiële naam van de stad, Antigua Guatemala, betekent dan ook “Oud Guatemala”. Toen een groot deel van de stad in 1773 door een aardbeving in puin werd gelegd, werd besloten de hoofdstad te verplaatsen naar het huidige Guatemala-Stad. Hoewel de meeste oorspronkelijke gebouwen weer in oude glorie zijn hersteld, tref je her en der nog een ruïne aan die herinnert aan de ravage die de aardbeving aanrichtte.
Met beter weer en het weekend op komst was het tijd voor een excursie naar de vulkanen. Als groep van 25 toeristen werden we afgezet aan de voet van de Volcán Acatenango op een hoogte van 2200 meter. In ongeveer zes uur tijd klommen we naar het op 3600 meter gelegen basiskamp. Met het toenemen van de hoogte, daalde de temperatuur en zagen we het landschap veranderen. Het regenwoud maakte plaats voor naaldbos dat op zijn beurt weer plaats maakte voor kale vulkanische grond. Al klimmend kwamen we ook door enkele wolken heen die als dichte mistflarden om de vulkaan hingen.
Aangekomen in het basiskamp zette de duisternis van de avond snel in. Zodra het donker was, konden we de erupties van de naastgelegen Volcán de Fuego goed zien. Hoewel het merendeel van de groep ervoor koos om de vermoeide spieren rust te geven, besloot ik met vier medereizigers om de optionele klim richting deze vulkaan te maken. Onze gids was de beroerdste niet en sprak ons bij vertrek nog even goede moed in: “De klim van vanmiddag stelt niks voor in vergelijking met wat we nu gaan doen. Het gaat heel, maar dan ook echt heel zwaar worden.” Geheel ongelijk kreeg hij niet, want zelden heb ik zo afgezien op reis. In de duisternis en snijdende kou klauterden we omhoog. De uiteindelijke aankomst was het echter dubbel en dwars waard. Op enkele honderden meters afstand van ons voltrok zich iets magisch. Elke paar minuten spuwde de vulkaan als een enorme vuurpot grote hoeveelheden lava de hemel in. Zelden heb ik zoiets gaafs gezien. Het uitzicht op een nachtelijk Antigua en op de plukjes wolken onder ons waar zich soms bliksemschichten tegen aftekenden, waren de kers op de taart.
Mijn laatste dagen in Guatemala heb ik doorgebracht aan het Meer van Atitlán. Dit kratermeer ligt op bijna 1600 meter hoogte en wordt omgeven door drie vulkanen. De twaalf dorpen die om het meer liggen, worden vrijwel uitsluitend door Maya’s bewoond. Op straat zie je dan ook veel vrouwen in traditionele handgeweven jurken en hoor je voornamelijk Mayatalen. Een fascinerend detail is dat in de dorpen in het noorden een andere taal wordt gesproken dan in de dorpen in het zuiden. Zo kan het gebeuren dat mensen die op tien minuten varen van elkaar wonen, niet met elkaar kunnen communiceren. Lang niet iedereen spreekt namelijk Spaans. Ook erg bijzonder vond ik de lokale religieuze gebruiken. Hoewel de meesten op papier katholiek zijn, vermengen velen dit met de verering van traditionele goden. Zo is het heel normaal om in de kerk mensen aan te treffen die onder het toeziend oog van een gipsen Maria, alcohol, bloemen en sigaretten offeren aan een natuurgod. Op een van de begraafplaatsen zag ik hoe een vrouw een kip offerde voor het zielenheil van een overleden dierbare.
Na twee weken Guatemala is mijn humeur weer helemaal tiptop in orde. Ik heb genoten van een land met een bijzondere cultuur en een schitterende natuur. In een volgend blog zal ik meer vertellen over El Salvador, waar ik gisteravond ben aangekomen. Voor nu weer heel veel dank voor alle leuke reacties op mijn vorige blogs!
Wat leuk dat je de weg naar mijn blog gevonden hebt. Dank voor je reactie!
Nu je extra Spaanse les hebt gekregen zou je ook de literatuur van
Latijns-Amerika kunnen proberen - "Honderd jaar eenzaamheid"
door Gabriel García Márquez, bijvoorbeeld (als je het niet al kent).
Geniet van alles 👍😉
Ook heel interessant, al die verschillende Mayatalen in zo'n betrekkelijk klein gebied.