Zuid-Afrika
10 juni 2023 - Drakensbergen, Zuid-Afrika
“Ik haat alle witte mensen. Als je nu niet doet wat ik je zeg, schiet ik je dood.” Met deze woorden laadde de man zijn pistool en richtte het op mij. Slechts zes uur was ik op Afrikaanse bodem. Natuurlijk wist ik dat Johannesburg berucht is om zijn criminaliteit, maar in het hostel hadden ze me verzekerd dat ik bij daglicht veilig langs de doorgaande weg naar het nabijgelegen winkelcentrum kon lopen. De vele auto’s en de paar voetgangers om mij heen gaven me een gevoel van veiligheid. Ik was alleen erg op mijn hoede voor de man die al een tijdje naast me liep. Geheel niet ten onrechte bleek al snel.
De voetganger die een meter of vijf voor ons liep, bleek een handlanger te zijn. De twee mannen dwongen me gebroederlijk tussen hen in te lopen. Het pistool verdween onder een jas, op zo’n manier dat alleen ik het kon zien. De mannen waren duidelijk door de wol geverfd. Waar de doorgaande weg afboog richting het winkelcentrum, dwongen ze mij rechtdoor de bosjes in te lopen. Ondertussen gingen de verbale doodsbedreigingen onverminderd door. Na een minuut of vijf moest ik plaatsnemen achter struikgewas. Al mijn spullen werden doorzocht. Mijn telefoon, horloge en het beetje geld dat in mijn portemonnee zat, verdwenen in hun zakken. Gelukkig had ik verder niets van waarde meegenomen. Na me verzekerd te hebben dat ze onmiddellijk zouden schieten als ik het in mijn hoofd haalde hen te volgen, verdwenen ze in het struikgewas.
“Dus je bent beroofd met een vuurwapen? Zulke dingen gebeuren hier in de wijk wel vaker.” Met een onverschilligheid alsof ik de diefstal van een pak melk uit mijn winkel kwam melden, nam de politieagent mijn aangifte op. Mijn leeggehaalde portemonnee hoefde hij niet te hebben, want aan sporenonderzoek doen ze hier niet. Een signalement van de daders hoefde eigenlijk ook niet, maar omdat ik zo aandrong schreef hij het toch maar op.
De stadstour die ik de volgende dag maakte, gaf mij een interessant nieuw perspectief op de enorm gespannen sfeer. Het werd mij al snel duidelijk hoe zichtbaar de littekens van decennia lange raciale segregatie en onderlinge minachting hier nog zijn. We reden door enkele wijken waarvan mijn gids zei dat je er als wit persoon niet veilig over straat kan en kwamen uiteindelijk aan in het apartheidsmuseum. Dit museum gaf een goed inkijkje in het dagelijks leven in een raciaal gesegregeerd land. Erg interessant was het overzicht van binnen- en buitenlandse protesten tegen het regime en het verzet van een deel van de witte bevolking tegen het uiteindelijke einde van dit regime. Veel indruk maakten de foto’s van witte tieners die in 1994 protesteerden tegen de komst van gemengde scholen. “Ek skiet die eerste kaffer by my skool in die kop” stond er op enkele spandoeken.
Het apartheidsmuseum legde ook de link tussen de opkomst van de apartheid en de groei van de townships rondom Johannesburg. In 1948 besloot het regime namelijk dat zwarte Zuid-Afrikanen niet langer in het centrum van de stad mochten wonen. Vele mensen werden hierop uit hun huis gezet en naar een township gestuurd. Een bezoek aan Soweto, het grootste van deze townships, was de laatste stop van de tour. Aanvankelijk voelde dit voor mij een beetje aan als ‘aapjes kijken’, maar uiteindelijk was het bezoek toch zeer indrukwekkend. Een lokale bewoner leidde mij rond langs de vele golfplaten huisjes en liet enkele van binnen zien. Onderkomens van nauwelijks twee bij drie meter met niet veel meer meubilair dan een bed die veelal bewoond worden door een heel gezin. Hier geboren worden betekent doorgaans een toekomst zonder perspectief. Hoewel er op loopafstand een basisschool is, haalt bijna niemand een diploma. Kinderen worden vaak al op jonge leeftijd door de ouders thuisgehouden om wat bij te verdienen. Ongeveer 80% van de bewoners heeft geen vaste baan en vele inwoners kampen met verslavingsproblematiek. Van de 1,2 miljoen inwoners van het township is niemand wit. Ook dertig jaar na de afschaffing van de apartheid lijkt zij hier nog springlevend.
De volgende dag was het gelukkig tijd om de gespannen sfeer van Johannesburg achter me te laten voor een safari door het Krugerpark. Twee dagen lang reed ik met enkele mede-toeristen door het park en kon ik me vergapen aan de vele olifanten, giraffen, buffels, leeuwen en andere dieren. Daarna zakte ik af naar Drakensbergen, de bergketen op de grens van Zuid-Afrika en Lesotho. Meerdere dagen wandelde ik door de schitterende omgeving van bergen, dalen, kloven en watervallen. Ook maakte ik een uitstapje naar Lesotho dat bekendstaat als het plafond van de wereld, omdat het als enige land geheel boven de 1400 meter ligt. Hier bezocht ik een lokale school, een medicijnvrouw en maakte ik een wandeling door de schitterende natuur. Hoewel het land geheel wordt omsloten door Zuid-Afrika, viel het contrast in welvaart tussen de twee landen meteen op. In tegenstelling tot het buurland reden hier nauwelijks auto’s op straat en was er op het platteland nergens elektriciteit.
Vanaf Drakensbergen reisde ik via Swaziland door naar Mozambique om vervolgens Zimbabwe aan te doen. Ik loop weer hopeloos achter met bloggen, maar hoop snel iets over Mozambique en Zimbabwe te schrijven. Beide landen voelden overigens veel veiliger aan dan Zuid-Afrika, waardoor ik me weer een stuk beter op mijn gemak voel en de overval grotendeels achter me heb kunnen laten.
Wat een avonturen en zo mooi beschreven. Wanneer verschijnt er een boek? 😁
Liefs van Aartje
en in dit geval nog meer omdat je je in een land ver weg
bevondt waar je niemand kende. Ik hoop dat je de tijd krijgt
om het rustig te verwerken. Misschien is het ook een
idee om een nieuw horloge te kopen zodat je niet
steeds aan de overval moet denken iedere keer als je
wil weten hoe laat het is. Desnoods zamelen we hier
het geld voor je in!
Het is leuk om te horen hoe schitterend het was in het
Krugerpark en in Drakensbergen, en de foto's zijn prachtig!
En kon je snel een nieuwe telefoon kopen en alles overzetten?
Fijn dat je het daarna toch weer mooi hebt gehad
Mooie weken verder en tot in Noordwijk !